Door Wil van Eekeren
Iemand benaderde mij met de vraag of ik een wijkbewoner zou willen helpen met het schrijven van een boek, want hij had als Groninger heel veel meegemaakt. Wel – een boek vond ik eigenlijk wel wat veel, maar een leuk artikel voor deze krant zag ik natuurlijk wel zitten. Dus werd ik even later gebeld door een man… die ik al lang bleek te kennen: Zoubir uit de Asingastraat. “Ik ben van origine Marokkaan,” begint hij te vertellen. “Mijn zus en ik zijn in Marokko geboren, maar mijn twee broertjes zijn in Amsterdam geboren, want daar waren wij inmiddels naartoe verhuisd. Maar toen mijn vader de diagnose longkanker had gekregen wilde hij in Marokko sterven, dus gingen we weer terug.
Na zijn dood in 1982 zijn wij weer naar Nederland teruggekeerd, maar nu naar Groningen, omdat daar een oom woonde. Mijn moeder wilde de beste toekomst voor ons.” “We kwamen in de Bedumerstraat te wonen, tegenover de (oude) speeltuin: een heel fijne tijd. Het voelde daar als een grote community: iedereen hielp elkaar.” “Ik ging al naar de Aletta Jacobsschool, mijn zusje en broertjes nog naar de kleuterschool. We haalden toen ook wel kattekwaad uit. Een keer hebben we die kleuterschool onder de graffiti gespoten. Toen dat een paar weken later uitkwam, moesten we alles schoonmaken. Toen het gebouw schoon was werd het afgebroken… Nou – dan ga je nooit meer graffiti spuiten hoor.”
Na de Aletta Jacobsschool bezocht Zoubir de Leon van Gelderschool in Vinkhuizen: “Dat is een heel bijzondere school, waarbij je vier jaar in een vaste klas zit: je groeit met je klas mee. Je kon allerlei vakken volgen: wiskunde, Engels, maatschappijleer, geschiedenis, fotografie, theater, koken, muziek.” Waar liggen jouw talenten? “Koken! Ik ben een echte horecaman. Ik keek het ook al bij mijn moeder af hoor. Ik ben begonnen bij China Expres op de hoek Friesestraatweg – Kraneweg: eten koken en rondbrengen. Ook heb ikDe Praal aan het Boterdiep gewerkt.”
Tussen neus en lippen door vertelt Zoubir mij ook even dat hij van jongs af aan aan vechtsport deed, en dat was niet alleen knokken met vriendjes in de speeltuin: “Ik deed aan Kungfu, want in de tijd van Bruce Lee was dat heel erg in. In de bibliotheek in de Sionskerk had ik een boek over Kungfu geleend, en zo heb ik mijzelf dingen aangeleerd.” Ook heeft Zoubir judoles en schietles gehad in het voormalig buurthuis De Börg, waar hij ook de disco bezocht. Wij kennen elkaar trouwens van het Inloophuis. Wil je nog iets zeggen over die kant van jouw leven? “Ja. In 1995/‘96 ging het niet goed met mij: heel veel meegemaakt en ook veel tranen gelaten om mijn vader, die ik eigenlijk nooit gekend heb. Gelukkig was mijn moeder er wel atijd voor mij. Ik ben wel heel goed geholpen, en nu heb ik die periode ook afgesloten. Ik woon hier nu al weer negen jaar met mijn vrouw in de Asingastraat.” Hoe heb je haar leren kennen? “Dat was zo’n twaalf tot veertien jaar geleden, via een neef van mij. Het was echt liefde op het eerste gezicht. Eerst reisde ik twee keer per jaar naar haar toe, maar nu is ze al negen jaar bij mij, na vier jaar inburgeringscursus. Hoe zie jij je toekomst? “Ik wil verder in de horeca: driegangenmenu’s serveren in de ouderenzorg in de Oosterparkwijk. Mijn vrouw zit ook al in de ouderenzorg, zij werkt bij ZIN
Voor beiden dus een zeer ZINN-vol bestaan …