Tekst: Wil van Eekeren
Foto: Judith Lechner
Hij is er weer! – onze buurtconciërge Jart Hoekstra. Maar hij zal zich kerstavond 2021 nog lang heugen, want toen kreeg hij long covid.
“De eerste week had ik 41,8 graden koorts, net onder de limiet van 42 graden, dat ik naar het ziekenhuis had gemoeten. Na die week wilde ik wel weer werken, maar dat lukte gewoon niet. Alles werd me teveel: kwartiertje oprit schoonmaken, praten met mensen terwijl het raam openstaat (buitengeluiden) – het ging van kwaad tot erger. Op een gegeven moment werd douchen mijn ‘activiteit van de dag’, waarna ik dagen nodig had om uit te rusten. Dat heeft een jaar geduurd.”
Jart was zelf degene die al snel na die eerste week aan de bel trok. “De huisarts kwam snel tot de conclusie dat ik long covid had. En dan kom je in de mangel, want niemand wist daar eigenlijk wat van, en geen specialist had er ervaring mee. Van de huisarts ging ik naar de sportarts in het ziekenhuis. Daar deed ik een inspanningstest op de fiets met stickers op mijn lichaam. Er bleek niks aan mijn hart en longen te mankeren, maar na 20 minuten fietsen lag ik wel tien dagen in bed om uit te rusten in een donkere kamer. Mijn vriendin zei: normaal deed ik duizend dingen, maar nu doe ik nog duizend dingen teveel. Een uurtje werken betekende anderhalve dag bijkomen.”
In andere landen was long covid destijds wél veel bekender dan bij ons. Terwijl daar speciale centra werden geopend, werd hier tijdens persconferenties vooral over mondkapjes en lockdowns gesproken. Dat zal veel longcovidpatiënten het gevoel hebben gegeven zich niet erkend te voelen. Gelukkig viel dat bij Jart heel erg mee.
“Ik had wel geluk, want vanuit mijn werk, familie en vrienden werd er ontzettend lief gereageerd. Vanuit het GroenHuis kreeg ik veel bloemen, cadeautjes en kaartjes, niet alleen de eerste weken maar de hele tijd dat ik ziek was. Mijn omgeving weet ook hoe ik ben: als ík al stil ga liggen, dan is er écht wel iets aan de hand, want ik hou van aanpakken en kan niet stilzitten. Nee, ik had superveel geluk met mijn omgeving.”
In maart 2023 kwam Sipke, Jarts arbeidsdeskundige bij hem thuis. Hij vond dat Jart nog steeds veel te veel deed, wat alleen maar meer afbreuk deed aan zijn gezondheid. “‘Rust roest’ geldt voor 99% van alle gevallen, behalve bij long covid: daar moet je heel goed luisteren naar je lichaam. Ik was gewend om op te bouwen door net over mijn grens heen te gaan. Maar Sipke stuurde mij naar Beatrixoord, daar kon ik in augustus terecht. Met het eerste gesprek met de revalidatiearts aldaar dacht ik al: er zit iemand tegenover mij die er echt verstand van heeft. Zoals hij het vertelt zit het exact in elkaar en zo voel ik het ook: dit gaat mij helpen. Toen kwam de ommekeer, dat ik op de juiste momenten en de juiste manieren ging rusten. In januari 2024 mocht ik weer naar huis.”
Dat was ook de tijd dat Jart voorzichtig aan weer in het GroenHuis begon te werken. “Eerst werkte ik een uur per week, met om de twee weken een evaluatie met Sipke en Hendrieke. Daarna ben ik het rustig weer gaan opbouwen, en momenteel zit ik op de helft van mijn aantal uren van vóór corona. Ik voel me veel beter, en kom nu weer met energie thuis. Ik moet nog wel wat bijkomen, maar omdat ik het hier zo’n superfijne plek vind krijg ik er ook energie van. Nu gaat het weer zoals het hoort.”
Welkom terug – goede vriend!!